Speluitleg Doel spel Doel van het spel is zoveel mogelijk punten halen.

Extra Volgens de officiele regels worden altijd 3 rondes gespeeld. Echter hier is het mogelijk om te kiezen of je 1 of 3 rondes wilt spelen. Dat moet dan wel direct bij het openzetten van het spel aangegeven worden.
Van elke kleur zit elke expeditiekaart er 1 keer in. Bij de weddenschapskaarten zitten er van elke kleur 3 in het spel.

Uitleg van het bord


Van boven naar beneden zijn er te zien:
 - De rijen kaarten van de tegenstander.
 - Daarna op het bord de aflegstapels.
 - En als laatste de eigen rijen kaarten. Links naast het bord ligt de trekstapel.
Op dit plaatje is ook het verschil tussen expeditiekaarten en weddenschapskaarten te zien. Op de gele aflegstapel (in het midden) ligt bovenop een weddenschapskaart, deze heeft plusjes. De kaarten waar cijfers op staan zijn de expeditiekaarten.

Spelverloop De spelers leggen ieder aan hun eigen kant van het bord bij de overeenkomstige kleuren kaarten aan, of leggen kaarten af op de kleurvakken. Als een speler aan de beurt is moet hij/zij 1 kaart spelen en 1 kaart van de gedekte stapel of 1 kaart van de aflegstapels op het bord pakken.

Kaart spelen De speler kiest een van de kaarten uit de hand en kan daarmee 2 dingen doen.

Een kaart in een rij leggen De speler kan met een kaart een nieuwe rij beginnen of een van de al bestaande rijen uitbreiden. Kaarten mogen alleen in de rij van de eigen kleur worden neergelegd. De kaarten die aan een al bestaande rij worden toegevoegd moeten een hoger cijfer hebben dan de kaarten die er al liggen.
Voor een eerste expeditiekaart wordt neergelegd mogen eerst een of meerdere weddenschapskaarten neergelegd worden. Echter als er eenmaal een expeditiekaart ligt mogen er in die rij geen weddenschapskaarten meer gespeeld worden.

Een kaart afleggen Tevens is het mogelijk een kaart af te leggen. Dit gebeurt op de 5 kleurvlakken. Een kaart die afgelegd wordt, wordt op het vak van de eigen kleur neergelegd. Op deze manier worden tijdens het spel 5 aflegstapels opgebouwd.

Kaart trekken Na een kaart spelen, moet de speler een kaart trekken. Daarbij heeft de speler de keus om een kaart van de gedekte trekstapel te pakken, of een kaart van 1 van de 5 aflegstapels. De speler mag niet de kaart pakken die hij net zelf heeft afgelegd. Met het trekken van een kaart is zijn/haar beurt voorbij.

Einde van een ronde of het spel Als de laatste kaart van de trekstapel getrokken wordt eindigt direct de ronde. Als het de laatste of enige ronde is die gespeeld wordt eindigt dan ook direct het spel. Als er 3 ronden gespeeld worden, worden de punten van elke afzonderlijke ronde bij elkaar opgeteld. De speler met de meeste punten wint het spel.

Puntentelling De kaartenrijen van elke kleur worden apart geteld. De cijfers die op de kaarten staan worden bij elkaar opgeteld. Van dat aantal word 20 afgehaald (de startkosten van de reis). Daardoor is het mogelijk dat een rij een negatief puntenaantal krijgt. Als er geen kaarten in een rij liggen krijgt die rij geen punten.
Aan het begin van een rij kunnen 1, 2 of 3 weddenschapskaarten liggen. De punten van die rij worden dan met respectievelijk 2, 3 of 4 vermenigvuldigd.
Bestaat een rij uit 8 of meer kaarten, dan krijgt die rij 20 punten extra.

Het tellen wordt ook in bovenstaande volgorde uitgevoerd. Dus eerst de rijen, dan de weddenschapskaarten en dan eventueel de bonuspunten.